|
||||||||
|
De Noorse bassist Arild Anderson (1945) behoort al meer dan 30 jaar tot de Europese top in de jazz. Hij heeft tientallen albums opgenomen onder eigen naam of met anderen zoals George Russell, Jan Garbarek, Roswell Rudd, Archie Shepp, Bobo Stenson en vele anderen. Hij kreeg zijn opleiding van George Russell en begon als bassist bij Jan Garbarek, zijn muzikale terrein varieert van freejazz tot jazzrock en new age. Dit album is opgenomen in 2020 in de Victoria National Jazzscene in Oslo, behalve het openingsnummer “Peace Universal” van drummer Ra-Kalam Bob Moses, dat hij thuis opnam. Op dit album horen we de contrabas en de effect pedalen die niet tevoren zijn opgenomen. Alleen een contrabas, dat klinkt nogal kaal maar dat valt enorm mee, vooral in het openingsnummer dat volop gebruik maakt van de nodige elektronische loops, normaliter ben ik daar niet zo’n liefhebber van, maar hier werkt het wel om de sfeer van de compositie extra aan te zetten. Met “Dreamhorse” belanden we in een meer normale setting met alleen de contrabas van Andersen , maar dat is wel een understatement want het miraculeuze spel van Arild is een lust voor het oor met zijn wonderschone klankrijkdom en de vingervlugge techniek, het ontlokt dan ook een warm applaus van het publiek. “Dreamhorse” was overigens een compositie van Andersen, de volgende compositie is het bij de liefhebbers van Albert Ayler, waaronder ikzelf, wel bekende “Ghosts” waarin Andersen min of meer een duet vertolkt met de ter plekke geproduceerde loops, het klinkt grandioos en ik denk dat het de goedkeuring van Ayler ruimschoots zou wegdragen. Het nummer loopt trouwens vlekkeloos over in de traditional “Old Stev” en het titelnummer “Landloper” van Andersen. Een van de meest tot de verbeelding sprekende composities is “A Nightingale sang in Berkeley Square” een van de top nummers van de Amerikaanse componist Manning Sherwin (1902 – 1974), een heerlijke romantische melodie, hier meesterlijk vertolkt door Arild. Na “Mira” van Arild wordt er afgesloten met de combinatie van twee klassiekers “Lonely Woman” van Ornette Coleman en “Song for Che” van Charlie Haden , voor mij als fan van beiden een schot in de roos! Ondanks mijn bedenkingen vooraf, een uitermate geslaagd album dat ik eenieder kan aanraden. Jan van Leersum
|